Vlooien
Vlooien bij hond of kat. Vlooien kunnen een echt probleem worden.
Vooral in de zomer, wanneer de groeisnelheid van 1 generatie heel hoog is, zowel binnenshuis als buiten, loopt uw huisdier, maar ook u in uw huis het risico slachtoffer te worden van een vlooienplaag. Volwassen vlo (adult) Vlooien zijn vooral berucht vanwege hun beten en de jeuk die daarbij ontstaat.
Alleen volwassen vlooien kunnen bijten, maar naast de volwassen vlo kennen we ook het vlooienei, de larve en de pop.
Vlooien zijn 1,5 tot 6 mm grote bruine insecten met lange krachtige springpoten waarmee ze wel sprongen van 30 cm hoog kunnen maken.
Bij honden en katten kennen we twee soorten vlooien, de hondenvlo en de kattenvlo.
De kattenvlo komt het meest voor, ook bij de hond.
Door de mogelijkheid van de vlo om op te springen vinden ze gemakkelijk een gastheer of verhuizen ze gemakkelijk van de ene naar de andere gastheer.
Met hun afgeplatte lichaam kunnen ze zich snel en zonder moeite tussen de haren door bewegen.
Volwassen vlooien voeden zich met bloed van hun gastheer.
Hiertoe moeten ze bijten.
Met zijn mondplaten maakt de vlo een gaatje in de huid en daarna zuigt hij met zijn zuigsnuit het bloed op.
Een volwassen vlo kan tot 15 maal zijn eigen gewicht aan bloed per dag opnemen. De jeuk van een vlooienbeet komt doordat tijdens het bijten de vlo irriterende stoffen achterlaat in de hond of kat.
De vlo doet dat om te verhinderen dat het bloed direct stolt, zodat zo veel mogelijk bloed opgezogen kan worden.
Tevens wordt de huid verdoofd, waardoor de beet niet gevoeld wordt.
De ontlasting van vlooien bestaat voornamelijk uit geronnen bloed.
Dit is voor ons een handig middel om aan te tonen dat een hond of kat vlooien heeft.
Vlooienontlasting is namelijk veel makkelijker te vinden dan vlooien.
De vlooienontlasting is ook belangrijk voor de ontwikkeling van de larven.
Zij kunnen dit heel goed gebruiken als voedingsbron.
Ondanks het feit dat de volwassen vlo de meeste overlast veroorzaakt, is dit toch de kleinste groep van de totale vlooienpopulatie.
Maar 5% van alle vlooien zijn volwassen.
Een vlo kan in zijn korte leven echter honderden nakomelingen achterlaten.
Een volwassen vlo kent een levensduur van maximaal vier weken. Ei Dit is het belangrijkste stadium voor het ontstaan van een vlooienplaag.
50% van een vlooienpopulatie bestaat uit eieren.
Of en in welke snelheid een ei tot volwassen vlo wordt hangt af van de omstandigheden, waaronder eieren zich bevinden.
Zo zijn warmte en vocht erg bevorderlijk voor een snelle uitgroei, in tegenstelling tot droogte en kou (wat het ontstaan van vlooienplagen in de zomer duidelijk maakt).
Twee dagen na het leggen van een ei kan een ei al larve worden.
De meeste eieren worden larve tussen dag 3 en dag 12. Eieren worden niet op de gastheer (hond/kat) gelegd, maar in de omgeving op plaatsen waar een normaal huishouden slecht bij kan.
De hoeveelheid eieren die de volwassen vrouwtjes vlo legt bestaat gemiddeld uit zo’n 2700 tijdens haar leven.
Altijd donkere plaatsen zijn favoriet.
Zo is bekend dat vlooien eieren leggen achter plinten en tussen de kieren van houten verdiepingen of diep onder de dikke vloerbedekking. Larve en pop
De larve groeit uit het ei en moet voor zijn groei en overgang naar pop zelf actief op zoek naar voeding.
Dit haalt hij voornamelijk uit afval wat in zijn omgeving is.
Daar hoort ook de ontlasting van volwassen vlooien bij.
Larven kunnen erg slecht tegen licht en droogte.
Zij zullen dus graag blijven op die plaatsen waar de eieren ook gelegd zijn. Zodra een larve uitgegroeid is, wordt hij pop, waaruit de volwassen vlo zal ontstaan.
De larve doet zo’n 5 dagen over zijn larve stadium, waardoor het popstadium al acht dagen na het leggen van eieren bereikt wordt.
Een pop is een ideale beschermingscocon voor de uitgroei van een vlo.
Onder gunstige omstandigheden kan een volwassen vlo binnen 3 dagen uit zijn pop kruipen.
Onder hele ongunstige omstandigheden blijft een vlo in zijn pop tot een jaar zitten, waarna hij uit kan groeien en er onder invloed van bepaalde prikkels uitkruipen.
Dit kan bijvoorbeeld de terugkomst van het huisdier of de eigenaar zijn na een vakantie..
Gemiddeld duurt de verpopping zo’n 3 tot 9 dagen, waardoor onder de meest gunstige omstandigheden een volledige vlooiencyklus NIET LANGER DUURT DAN 11 DAGEN. Vlooien in huis Zodra een volwassen vlo uit de pop komt, zal hij op zoek gaan naar een gastheer om een maaltijd te nuttigen.
Hiertoe vertoeft hij in de vacht van zijn gastheer en nuttigt enkele maaltijden.
Na enige tijd verlaat hij de gastheer om eieren te leggen op plaatsen waar de kans op het uitgroeien tot volwassen vlo zo groot mogelijk is: warme, donkere, wat vochtige plaatsen.
50 % van de vlooienpopulatie zijn eieren, 35% is larve en 10% is pop, slechts 5 % van de vlooien is volwassen en zelfs daarvan zitten er maar een aantal op het dier, met andere woorden:
HET GROOTSTE DEEL VAN DE VLOOIENPOPULATIE ZIT IN HUIS.
In de huidige huizen kunnen vlooien heel makkelijk overleven en blijven groeien.
Door de aanwezigheid van centrale verwarming worden huizen helemaal verwarmd, inclusief de donkere ruimtes achter plinten van tussenmuren en onder tussenvloeren.
Dit betekent dat een in de zomer opgelopen vlooienbesmetting zich het hele jaar door heel makkelijk kan handhaven en uitgroeien. Besmet worden met vlooien
Vlooienbesmettingen kunnen overgebracht worden van het ene besmette dier naar het andere.
Dit is een minder waarschijnlijk.
Veel makkelijker is het om een besmetting op te lopen door een dier in een besmette omgeving te brengen, waardoor het dier vanuit de omgeving besprongen wordt door vlooien.
Besmette omgevingen zijn niet alleen besmette huizen, auto’s, kennels of catteries.
Elk nest met pups of kittens is erg moeilijk vlo vrij te houden, mede omdat de omstandigheden (warmte en vocht) erg gunstig zijn voor de vlo.
Hierdoor wordt bijna elke pup of kitten met vlooien aangeschaft.
In de zomer zijn de omstandigheden zodanig dat op elke plek waar honden en of katten bijeen komen (uitlaatvelden, achtertuinen voor katten) gelegde vlooieneieren vrij snel tot volwassen vlo uitgroeien.
Zodra een dier in de zomer buiten komt wordt hij besmet.